SV | En zij brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen, harnas, en specerijen, paarden, en muilezelen, van elk van jaar tot jaar. |
WLC | וְהֵ֣ם מְבִיאִ֣ים אִ֣ישׁ מִנְחָתֹ֡ו כְּלֵ֣י כֶסֶף֩ וּכְלֵ֨י זָהָ֤ב וּשְׂלָמֹות֙ נֵ֣שֶׁק וּבְשָׂמִ֔ים סוּסִ֖ים וּפְרָדִ֑ים דְּבַר־שָׁנָ֖ה בְּשָׁנָֽה׃ פ |
Trans. | wəhēm məḇî’îm ’îš minəḥāṯwō kəlê ḵesef ûḵəlê zâāḇ ûśəlāmwōṯ nēšeq ûḇəśāmîm sûsîm ûfərāḏîm dəḇar-šānâ bəšānâ: |
En zij brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen, harnas, en specerijen, paarden, en muilezelen, van elk van jaar tot jaar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij brachten een ieder zijn geschenk, zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen, harnas, en specerijen, paarden, en muilezelen, van elk van jaar tot jaar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!